Wat was ik blij dat ik na heel wat pogingen in verwachting raakte van ons eerste kind. Tijdens de zwangerschap voelden mijn man en ik ons de ‘koning te rijk’, al was ik wel heel erg misselijk in het begin en had ik de hele zwangerschap last van harde buiken waardoor ik weleens bang was voor een eventuele vroeggeboorte. Maar gelukkig heb ik de hele zwangerschap uitgedragen en is onze zoon Jelle na 39,5 weken geboren. De bevalling viel tegen: de ontsluiting duurde lang en uiteindelijk is het toch een keizersnee geworden. Het naarste vond ik om alleen op de operatiekamer achter te blijven, terwijl mijn man met onze zoon wegging. Hoewel we dit van tevoren hadden afgesproken, voelde ik me op dat moment toch heel eenzaam.
Nu zijn we vier weken verder en ik kan thuis mijn draai nog steeds niet vinden. Ik voel me verdrietig in plaats van blij, ik heb nergens zin in en kan zelfs het huishouden niet goed draaiende houden. Mijn man is alweer aan het werk. Het lijkt of hij in een andere wereld leeft en af en toe ben ik bang dat ons huwelijk onder mijn stemmingen gaat lijden. Onze zoon doet het goed, hij groeit als kool. Maar ik had hem graag een blijere mama gegund. Daar voel ik me dan weer schuldig over…
De jeugdarts heeft me verwezen naar Kinderleven. Daar hebben we nu drie gesprekken gehad, samen met Jelle. We konden daar al onze zorgen bespreken. De hulpverlener praatte ook met Jelle. Dat was een vreemde gewaarwording, vooral omdat Jelle daar zo aandachtig op reageerde. Ineens zag ik dat onze zoon al een heel mensje is. Ik voel nu meer liefde voor hem en vandaag had ik er voor het eerst echt lol in om met hem in de draagdoek te gaan winkelen. Ik zie weer lichtpuntjes aan de horizon.